Tuesday, 17 January 2012

Lawrence of Arabia: een legende nieuw leven ingeblazen

Wat een idee om een film als Lawrence of Arabia (David Lean, VK, 1962) uit te zenden in de eerste dagen van 2012. De vijftig jaar oude film toont inderdaad meer dan een oppervlakkige gelijkenis tussen de biografie van de Britse officier die verwikkeld raakt in de vijandigheden tussen Arabieren en Turken tijdens een cruciale periode aan het in de Eerste Wereldoorlog in het Midden-Oosten en de gebeurtenissen die nu al een jaar voortduren in die regio. Het uitzenden van deze film op dit moment lijkt ofwel een slechte grap, of een ongelukkige poging een verband te leggen tussen de NAVO-interventie in Libië, enkele maanden geleden, en de rol die een jonge Britse luitenant speelde in de Arabische opstand tegen de Turkse bezetters aan het begin van de vorige eeuw.

Het is veel te gemakkelijk een parallel te trekken tussen de Arabische Lente in 2011 als een opstand (Hirak) tegen dictators en de Arabische Opstand (1916-1918) tegen een buitenlandse bezetter, en Nicolas Sarkozy, David Cameron en Bernard-Henri Lévy kunnen nooit worden vergeleken met de legendarische Thomas Edward Lawrence (1888-1935). Ten eerste omdat de laatste geen leider was en niet handelde volgens het internationaal recht. Zijn acties, hoewel die binnen het kader vielen van de plannen van het Britse leger, waren niet wat de generaals werkelijk wilden. En zijn handelen naar zijn persoonlijke overtuiging veroordeelt juist zowel het hele hegmonistisch dispositief van het kolonialisme van een eeuw geleden als het neo-imperialisme van onze tijd.

Laten we teruggaan naar de historische context. Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog waren de Turken, bondgenoten van de Duitsers, door de Arabische Sahara in de Shamregio (nu Syrië, Jordanië en Palestina) op weg naar het zuiden in de richting van het Suez Kanaal. Onderweg moesten ze zich ontdoen van alle recalcitrante Arabische stammen. De Arabieren, onder leiding van Prins Faysal, verdedigden hun land en begonnen wat de Arabische Opstand werd genoemd. De Britse militaire inlichtingendienst in Cairo wilde voorkomen dat deze opstand in het voordeel zou werken van de vijand en stuurde T. E. Lawrence, een specialist van de Arabische nationalistische bewegingen in de Turkse provincies, ernaartoe om te onderhandelen over een coalitie met de “Bedoeïenen”.

Wat hij deed was meer dan zijn superieuren hadden verwacht, en voor een groot deel wat ze nooit hadden gewild: hij verenigde de Arabische stammen tegen de gezamenlijke vijand. Volgens de film begon Lawrence met de Arabieren te helpen in hun strijd tegen de Turken, maar verdedigde hij hen vervolgens ook tegen iedere heerschappij van buitenaf. Dat druiste in tegen het Britse koloniale beleid in de regio, dus dat ging te ver.

Het grote verschil tussen T.E. Lawrence en degenen die nu interveniëren in de zogenoemde Arabische Lente, is dat hij een dichter was, terwijl het nu enkel politici zijn die het neokapitalisme dienen. Lawrence werd erop uit gestuurd om te onderhandelen over een coalitie, maar mettertijd werd hij verliefd op de woestijn en het land. Hij begon te geloven dat het noch aan de Turken, noch aan de Britten, maar aan zichzelf toebehoorde. Hij handelde niet uit naam van zijn trouw aan de Kroon als Britse officier, maar uit naam van wat hij geloofde dat juist was: de strijd tegen kolonialisme en hegemonie. Op de vraag van Prins Faysal : ‘Bent u niet trouw aan de Kroon?’, antwoordt hij: ‘Aan de Kroon en aan andere zaken.’

Lawrence had al geleerd, zoals elke Engelsman die bij Kargemisj (in het huidige Irak) werkte, hoe hij Arabische boeren en dorpelingen kon motiveren om archeologische opgravingen te verrichten zonder militaire discipline of koloniale autoriteit in te hoeven roepen. Daarom kon hij, toen hij eenmaal geloofde het recht van iedereen om zijn eigen land te bezitten, niet anders dan zijn overtuiging te volgen zonder één enkele concessie te doen. Na de oorlog, in 1919, ging hij naar de conferentie van Parijs om de zaak van de Arabische onafhankelijkheid te bepleiten. Dit valt echter buiten het bereik van de film, en het is waarschijnlijk ook niet de boodschap die de televisiezender wil uitdragen door hem uit te zenden.

Lawrence of Arabia was geen strijder zoals de strijders van nu: een vuurwapenmachine. Hij was een poëet wiens liefde voor een land de strijd voor vrijheid inspireerde. Zijn fysiognomie is niet die van iemand van daden, en dat was ook de indruk die hij wekte bij zijn superieuren. Maar toen hij de woestijn van Nefudh (tegenwoordig tussen Jordanië en Saoedi-Arabië) overstak om Akaba te bevrijden van de Turkse kolonisator, begreep hij dat zo’n land met die hitte en dat zand, niet kon toebehoren aan een man van zijn herkomst. Hij zag toen De Waarheid, als een mystieke openbaring: het onrecht van de ene man die het land van een ander bezet. Hij werd aan zichzelf getoond als mens, terwijl hij niet meer was dan een radertje in de grote kolonialisatiemachine.

Nog een ander verschil tussen Lawrences daden en de interventie in Libië, en waarschijnlijk ook die in Syrië, en die van het Britse leger in de Arabische opstand, is het ideaal dat de interventie is bedoeld als verdediging. Het Britse imperialistisch leger handelde uit naam van de verdediging van Arabische stammen tegen de Turkse invasie; de NAVO handelde in Libië onder de wettelijke bescherming van de VN-resolutie, die erop was gericht de burgers van Benghazi te beschermen tegen Khaddafi’s huurlingen. Geen van deze beide acties volgden de letterlijke betekenis van de missie. Achter de zichtbare waren er verborgen agenda’s.

Maar voor Lawrence heeft Trouw geen betekenis als het in tegenspraak is met de Waarheid. Net als Dostojevski’s Idioot, een fanaticus van de waarheid die hypocrisie afzweert, hield hij zich aan de letterlijke betekenis van woorden en maakte hij geen onderscheid tussen de Turkse hegemonie en die van de Britten. Als het eropaan komt te strijden tegen onrecht, doet het er niet toe wie erachter zit. Als de Turkse bezetting van de regio slecht was, dan was de bezetting door het Britse koninkrijk ook slecht. En als Khaddafi, Ben Ali en Moebarak corrupte dictators waren, dan zullen degenen die de NAVO van plan is aan te stellen, niet minder corrupt zijn. De missie van al deze pionnen is altijd dezelfde: het grote monster van het kapitaal te dienen.

No comments:

Post a Comment